Kunstgrascolumn Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal

Drankenspecialist de Mol
Als mijn ouders hun Friese café nog hadden gehad, dan waren kunstgras, kanker en korreltjes het gesprek van de dag geweest. Breed uitgesponnen door de stamgasten aan de bar. Jelle had er waarschijnlijk een samenzwering in gezien, Wietze een storm in een glas water en Jouke schrikbeelden van de meest vreselijke ziektes. Zodra de gesprekken te heftig zouden worden, kon mijn vader met een grap de deksel op de discussie doen en de glazen bijschenken. Wietze een dubbele Jonge, Jouke een Colaatje tic en Jelle een Ginger Ale, die dronk niet.

Ik moest aan ze denken toen ik vorige week gastheer was van een spoedbijeenkomst over de kunstgrasvelden met rubbergranulaat. Aan tafel schoven afgevaardigden van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, gemeenten, RIVM (het nationale onderzoekinstituut), de kunstgrasindustrie en de aannemerij. De meeting was bedoeld om verder gevolg te geven aan de stappen die minister Schippers aankondigde in haar brief aan de Tweede Kamer. Naar aanleiding van de uitzending van Zembla heeft zij het RIVM verzocht om extra onderzoek te doen naar de concentraties van PAK’s en andere stoffen in het granulaat die mogelijk effect zouden hebben op de gezondheid van spelers. Dit betekent dat men in de komende weken op 50 tot 100 voetbalvelden monsters gaat nemen, het gesprek aanknoopt met de Schotse collega’s uit de Zembla-uitzending en meekijkt met het Belgische onderzoek naar PAK’s. Voor het einde van dit jaar presenteert minister Schippers de resultaten en eventuele vervolgstappen.

Blijft de vraag: Wat doen we in de tussentijd? Een periode van tweeënhalve maand. Is het nog wel verantwoord om voetballers op deze velden te laten spelen? Hoe gaan we om met de onrust bij zoveel vaders, moeders, grootouders en sporters? En trouwens, is het wel zo gevaarlijk als wordt beweerd? Zijn we niet overbezorgd? Is dit kunstgras wel kankerverwekkend? Dat is maar zeer de vraag. In 2007 heeft het RIVM in een eerder onderzoek niks gevonden en ook het wetenschappelijk bewijs van de Zembla-uitzending blijft flinterdun.

Toch is mijn eerste reactie: opruimen die boel. Geen enkel risico nemen met de gezondheid van onze sporters. Anderzijds – als ik zie met hoeveel gezamenlijke kracht erop dit moment wordt gewerkt om de onderste steen boven te halen – is het verstandiger om de komende maanden te wachten op de uitslag van experts en de rust te bewaren. Doen zoals de amateurclubs in Nederland doen. Heel praktisch. Als je met je team niet meer op het kunstgras wilt spelen wordt er door de verenigingen zelf voor gezorgd dat je op een andere ondergrond mag voetballen.

Eén elftal uitgezonderd: VV Dieren 5.

Via mijn pa kreeg ik een video van een wedstrijd van ze doorgestuurd. Er is op te zien hoe de mannen in witte asbestbeschermingspakken over het veld heen gaan. ‘We moeten ons ook niet gek laten maken Jan Dirk,’ schrijft mijn vader onderaan het mailtje. ‘Dit soort mannen redden zich dapper op dat kunstgras met korreltjes.’

Tige tank pa.

Jan Dirk van der Zee, directeur amateurvoetbal